De provincie Antwerpen wil tegen 2020 samen met zoveel mogelijk gemeenten op een duurzame manier een klimaatneutrale organisatie worden. Onze gemeente engageert zich om tegen 2020 als organisatie klimaatneutraal te zijn. Dit wil zeggen dat we de eigen uitstoot van koolstofdioxide (CO2), lachgas (N2O) en methaan (CH4) zo veel mogelijk willen verminderen en vanaf 2020 de resterende uitstoot compenseren.
Hoe gaan we te werk?
Een eerste stap in het beheren van de uitstoot van broeikasgassen door de gemeentelijke werking, is de inventarisatie ervan. Een eerste broeikasgasinventaris werd opgemaakt voor het jaar 2011, en dit voor de gemeentelijke gebouwen en de gebouwen van het autonoom gemeentebedrijf.
Uit deze inventaris is gebleken dat door de gemeente, als organisatie, een totale broeikasgas-uitstoot van 1309 ton CO2-eq werd veroorzaakt. Ter vergelijking: de gemiddelde CO2-uitstoot per Belg per jaar bedraagt voor mobiliteit en energieverbruik in huis respectievelijk 3.12 ton CO2 en 3.67 ton CO2.
- De stookinstallaties in de gemeentelijke gebouwen zijn verantwoordelijk voor 63% van de totale uitstoot.
- Een tweede grote verantwoordelijke voor de CO2-uitstoot van de gemeentelijke organisatie is het elektriciteitsverbruik door de gemeentelijke gebouwen en de openbare verlichting.
- De dienstverplaatsingen en het gebruik van machines en toestellen hebben een kleiner aandeel in de totale CO2-uitstoot: ze zijn verantwoordelijk voor respectievelijk 6% en 1% van de totale CO2-uitstoot.
- Van het woon-werkverkeer waren onvoldoende gegevens ter beschikking om het mee te kunnen opnemen in de inventaris.
De resultaten van de broeikasgasinventaris werden vervolgens gebruikt om efficiënte maatregelen te definiëren om te komen tot een daling van de broeikasgasuitstoot. Deze maatregelen werden opgenomen in een klimaatactieplan. Om de twee jaar wordt er een opvolgingsinventaris opgemaakt om de evolutie van de broeikasgasuitstoot te monitoren.